“Wat goed dat je dit voor ze doet!”

Gebaar voor I Love You

Jaren geleden was ik met een groepje vrienden op weg naar de bioscoop. Onderweg werden we door iemand aangesproken die de weg vroeg. Niemand uit het groepje reageerde, behalve ik. Logisch: ik was de enige horende in het gezelschap. Nadat ik de weg had gewezen, kreeg ik de vraag of ik hun begeleider was. “Nee hoor, we zijn vrienden op weg naar de bioscoop.” Ik kreeg een bewonderende blik en het compliment dat het zo goed was wat ik deed.

Kwetsend

Deze voorbijganger bedoelde het oprecht goed. Toch was het een kwetsende opmerking, zowel voor mij als voor mijn vrienden. Waarom werd automatisch aangenomen dat ik de “begeleider” zou zijn van de groep? Waarom zou een groep dove en zwaar slechthorende volwassenen niet zelf ergens heen kunnen gaan? Waarom zou ik geen gelijke van deze leeftijdsgenoten kunnen zijn?! En meer van dit soort vragen.

Levenservaring

Van jongsaf aan heb ik me thuisgevoeld bij mensen die iets meer over het leven hebben nagedacht dan de gemiddelde mens. Vaak zijn dat mensen voor wie het leven hobbels heeft opgeworpen, zoals mensen met een handicap of chronische ziekte. Want als je blind bent of een rolstoel gebruikt, dan kun je vaak niet op de automaat door het leven rollen. Daarvoor loop je te vaak en te hard tegen de ontoegankelijkheid van onze samenleving aan.

Thuisvoelen

Mensen met een beperking hebben vaak medische behandelingen ondergaan. Ook hebben ze vaak creatieve oplossingen moeten verzinnen voor dagelijkse handelingen, al of niet met hulpmiddelen. En ze hebben vaak ook nog moeten leren omgaan met vooroordelen en discriminatie. Dat alles levert natuurlijk de nodige levenservaring en levenswijsheid op.

Gelijke onder gelijken

Aangezien ikzelf ook geen gemiddeld mens ben – al wist ik destijds nog niet waarom – voelde ik me thuis bij dit bonte gezelschap. Hier was ik eindelijk een gelijke onder leeftijdsgenoten!

Een compliment vond ik dat zij mij ook als gelijke zagen. Het feit dat ik geen handicap of chronische ziekte had, maakte hen niets uit. Zij konden verder kijken dan mijn lichamelijke voorkomen; zij keken naar wie ik was. Hoe is het mogelijk dat een stel jongeren dit vanzelfsprekend vindt, terwijl de “gewone samenleving” dat nauwelijks lukt?!

Perspectief omdraaien

Mijn tijd met deze vriendengroep heeft me vele unieke ervaringen gegeven, die ik voor geen goud had willen missen. Zo heb ik van deze mensen geleerd om de dingen om te draaien: toegankelijkheid was hier de norm en buitenstaanders werden als gehandicapt gezien. Want het is toch heel zielig als je niets over toegankelijkheid weet en kennelijk niet in staat bent om even naar een organisatie te bellen die je daar alles over kan vertellen. Dat is een ernstige handicap!

De les om de dingen vanuit een totaal ander perspectief te bekijken is me altijd bijgebleven. En ik ben er tot op de dag van vandaag dankbaar om.

En nu?

Nu, zoveel jaar later, bestaat mijn vriendenkring nog altijd uit een bonte verzameling mensen. De meeste vrienden hebben wel een of ander “vlekje”: een handicap, een chronische ziekte of ze vallen op een andere manier buiten de gebruikelijke witte cis-heteronormatieve standaard.

Een goede vriend vroeg me eens of ik ook “normale mensen” kende. Onuitgesproken bedoelde hij normale mensen zoals hijzelf: mensen met een goede baan, een partner, een huis, etc. Ironisch genoeg wist ik dat hij op dat moment al langere tijd bij een psychiater liep en hij aan de antidepressiva was. (Zo normaal was hij zelf dus ook niet.)

Maar nee, ik ken nauwelijks normale mensen. Geen idee waar ik die zou kunnen vinden!

Reacties

<p>In december werd ik gemaild door HandicapNL. Ze wilden graag een paar columns van mij op hun site overnemen. Wat leuk!</p> <p><a href="https://handicap.nl/blog/als-enige-horende-wordt-er-gelijk-gedacht-dat-ik-de-begeleider-ben/" target="_blank">Deze column verscheen op 3 februari 2021 op hun website.</a></p>

Reactie toevoegen